Stichting W/E adviseurs publiceert resultaten van verkenning MPG-score ≤ 0,5

Opdrachtgever Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Rol van w/e adviseurs Onderzoek naar MPG-score ≤ 0,5
Contactpersoon
David Anink
senior adviseur

Voor het verlagen van de milieudruk voor nieuw te bouwen woningen en kantoren is de Milieu Prestatie Gebouw (MPG) het belangrijkste sturingsinstrument. Voor woonfunctie is de MPG-eis verlaagd naar 0,8 in januari 2021. De overheid heeft het voornemen om de MPG-eis per 1 januari 2025 aan te scherpen tot 0,5.

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft Stichting W/E adviseurs gevraagd om onderzoek te doen naar de manier waarop er in de praktijk effectief een lagere MPG-score behaald kan worden. Voorafgaand aan het onderzoek zijn er drie doelstellingen geformuleerd. Ten eerste moest het onderzoek inzicht bieden in de verschillen tussen MPG-scores in de vergunningsaanvraag en de daadwerkelijke realisatie en in de achterliggende oorzaken. Ten tweede moest het inzicht geven in de wijze waarop een (zeer) lage MPG-score (0,5 of lager) gerealiseerd kan worden. Een derde doel betrof de geschiktheid voor kennisoverdracht naar professionals in de woningbouw.

Aanpak van het onderzoek 

Het onderzoek bestond uit een theoretisch- en praktijkdeel. Tijdens het praktijkdeel zijn er opnamen gedaan van gerealiseerde gebouwen, zodat de opname vergeleken kon worden met de vergunningsaanvraag en zijn betrokken geïnterviewd. Daarnaast is er een theoretisch scenariostudie uitgevoerd om inzicht te krijgen in scenario’s waarmee een MPG-score van 0,5 of lager gerealiseerd kon worden. Tijdens een consultatie-bijeenkomst zijn de resultaten besproken met experts uit de praktijk.

De resultaten en conclusies 

De resultaten die voortkwamen uit het praktijkonderzoek, de scenariostudie en de consultatie-bijeenkomst met experts, leken overeen te komen. De algemene conclusies van het onderzoek zijn:

A. Een (zeer) lage MPG-score kan op verschillende manieren gerealiseerd worden.

De resultaten van zowel de scenariostudie als de werkelijke gebouwen laten zien dat er meerdere (circulaire) ontwerpstrategieën zijn, waarmee een (zeer) lage MPG is te realiseren. Bij de meeste woningtypen lukt het om een MPG-score van minder dan 0,5 te behalen. Dit wel met de kanttekening dat deze resultaten betrekking hebben op het moment van de berekening (2 november 2022).

De resultaten laten zien dat een lagere MPG-score op dit moment voornamelijk wordt bereikt door gebruik te maken van biobased producten en door optimalisatie binnen de traditionele bouw. Daarnaast blijkt ook uit de resultaten dat er minder wordt ingezet op strategieën die passen bij een industriële vorm van bouwen, zoals het benutten van kringlopen en levensduurverlening. Het onvoldoende gebruik maken van deze strategieën komt deels door praktische belemmeringen, zoals regelgeving, risico’s, ervaring en beschikbaarheid. Daarnaast blijft de waardering achter omdat een nauwkeurige modellering bij de MPG-berekening nu nog niet goed mogelijk is.

B. Koplopers zien de aanscherping van de MPG-eis als noodzakelijke impuls richting meer duurzame/ circulaire gebouwen. Een belangrijke kanttekening is dat een aantal punten verbeterd moeten worden met betrekking tot het MPG-stelsel en het proces. De volgende conclusies van dit onderzoek zijn direct aan de onderzoeksdoelstellingen gerelateerd:

– Bij de in het praktijkonderzoek beschouwde projecten bleek het verschil van MPG-scores bij vergunningsaanvraag en oplevering gering. In het onderzoek is geconstateerd dat er sprake is van een forse vertekening, aangezien er alleen naar koploperprojecten is gekeken. Deze koplopers gaven aan dat de afwijking juist groot is bij de meeste ‘standaard’ projecten.

– Het onderzoek laat zien dat de zorgvuldige ‘as-built’- toetsing (MIA-VAMIL-regeling) een belangrijke trigger is om vanaf het begin op een lage MPG-score te sturen voor de koplopers. Mogelijk kan de Wet Kwaliteitsborging (WKb) benut worden voor de introductie van een  ‘as-built’- toets op de MPG..

– Er is behoefte aan het representatiever kunnen modelleren van het gebouw in gevalideerde rekeninstrumenten. Voor een belangrijk deel kan dit gedaan worden door het benutten van de bestaande mogelijkheden. Daarnaast is het gewenst om een verkenning uit te voren naar een aantal uit de praktijk opgehaalde verbeterpunten.

– Uit de scenariostudie blijkt dat tijdelijke/ verplaatsbare woningen en woningen met een klein BVO, met het tiny-house als uiterste, slecht blijken te scoren. Dit zijn echter juist woningtypen waarmee invulling kan worden gegeven aan de transitie naar duurzaam bouwen en wonen.

 

Het volledige rapport lees je hier. 

David Anink
senior adviseur

Open norm stikstofemissie bouw- en sloopwerkzaam­heden
Ook kijken naar stikstofuitstoot bouw- en woonrijp maken
Circular Buildings – een meetmethodiek voor losmaakbaarheid v2.0 ontwikkeld
Voor integratie in GPR Gebouw en BREEAM-NL
losmaakbaarheid